Vandaag neem ik jullie voor de derde keer mee op reis in mijn zoektocht naar mooie informatieve boeken waarmee ik mijn kinderen, en natuurlijk ook jullie, kan verblijden. Het boek waarover ik jullie vandaag ga vertellen is er eentje waar ik naar uitkeek. De omschrijving van het boek was namelijk als volgt:

‘Ga op ruimtereis en leer door middel van experimenten, flappen, pop- ups en vele uitklappagina’s de astronomische werking van ons zonnestelsel kennen.’

Met een toekomstig astronaut hier in huis (dat is tenminste de droom) wordt er met grote regelmaat een boek onder mijn neus geschoven dat gaat over dit onderwerp. Of ik maar even wil voorlezen hoe het ook al weer zit met al die planeten, sterren, astronauten en het ruimtestation ISS. Niet alleen voor hem leerzaam, maar ook voor mij. Nog nooit ben ik zoveel te weten gekomen over het leven buiten onze aarde.

Enfin, het boek kwam in huis en werd direct in gebruik genomen. Als je ‘De zon en de planeten’ leest, is er van alles te ontdekken. De reis naar het heelal begint al op het schutblad. We tellen af van tien naar nul en dan stijgt de raket op. Die raket gaat van de troposfeer naar de thermosfeer en als het ruimtevoertuig voorbij de kármánlijn is, op 100 kilometer hoogte, zitten we in de ruimte. Klaar om ons te laten overvoeren met informatie.

En overvoerd word je: het boek is zo ingenieus opgebouwd met prachtige hulpmiddelen om zo te begrijpen hoe de ruimte in elkaar steekt. Iedere pagina heeft weer een nieuwe verrassing voor je klaarstaan. Wat mij, onkundig als ik ben met betrekking tot dit onderwerp, erg hielp waren de pop-ups op schaal. Zo is er een pop-up van de zon en hoe groot deze is in verhouding tot de planeten en waarin ook de grootte van de planeten op schaal is weergegeven. Als er dan vervolgens wordt beschreven dat er op Jupiter een storm woedt die al 350 jaar aanhoudt en die twee keer de grootte van de aarde is, dan lukt het mij daar beter een beeld bij te vormen.

Ik ben ook onder de indruk van de sterrenkaart die je uit het boek kunt halen en die je helpt om de sterren te identificeren die aan de hemel staan. En ook hier weer sluiten tekst en beeld perfect op elkaar aan. Het onderwerp wordt ingeleid, we leren wat achtergronden kennen en vervolgens kun je daadwerkelijk aan de slag met de kaart die hieraan toegevoegd is.

Het is lastig om te omschrijven hoe bijzonder dit boek is. Het is bijzonder mooi, bijzonder leerzaam en bijzonder indrukwekkend. Voor onze kleine ruimtevaartreiziger is het boek echter nog wat te moeilijk. Dat heeft te maken met de hoge informatiedichtheid en de woorden die nog echt te lastig zijn voor een vijfjarige. Dat is echter helemaal niet erg. Wij kunnen onze taal aanpassen en versimpeld uitleggen wat er allemaal te zien is. En als hij ouder wordt, kan hij hier uren plezier aan beleven.

‘De zon en de planeten’ is een geweldig boek om in de klas te hebben voor alle toekomstige astronauten die dromen van reizen buiten de kármánlijn. Dit is nu echt een boek voor kinderen die niet zozeer houden van verhalen, maar wel houden van heel veel informatie opdoen door middel van informatieve boeken.

Zoals ik zei, heb ik er zelf ook ontzettend veel van geleerd, maar toch blijft de ruimte voor mij een ongrijpbaar iets. Het boek eindigt met een uitleg over ons melkwegstelsel dat slechts een heel klein onderdeel is van het heelal dat bestaat uit wel twee biljoen sterrenstelsels. Niet te bevatten is dat: dat wij onderdeel zijn van zo’n gigantisch oneindig iets zonder begin en zonder einde. Beter kan ik me maar bezighouden met dit boek dat oneindig mooi en ingenieus is.

Schrijver: Patricia Geis
Illustrator: Patricia Geis
Uitgeverij: Salto