Een rugzak vol
Mijn hoofd is een vat vol tegenstrijdige gedachten, maar de ergste is toch wel ‘ik ben niet goed genoeg’. Afgelopen week ging ik naar een presentatie waarbij allemaal mensen aanwezig waren die veel wisten van onderwijs en van lezen en op zo’n moment roeptoetert die stem boven alles uit. Ik koos er echter voor de gedachte te negeren en stapte op mensen af, gaf ze handen en ging met ze in gesprek. Na afloop was ik moe en was mijn hoofd zo rood dat het bijna zorgelijk was, maar ik deed het! Dus ik was ook trots op mezelf, omdat ik het gewoon gedaan had. Hopelijk wordt het iedere keer wat makkelijker en komt er een dag dat een andere stem in mijn hoofd de overhand neemt: degene die zegt dat ik er toe doe en dat mijn bijdrage van werkelijk belang is.
En zo zijn er allerlei emoties die de overhand kunnen nemen op allerlei momenten. Daarmee leren omgaan is geen sinecure: niet als volwassene en zeker niet als kind. En al helemaal niet als je een kind bent dat door een moeilijke tijd heengaat. Dat geldt ook voor Obi, in het boek ‘Een rugzak vol’.
Zijn ouders zijn net gescheiden en alles wat ze doen is ruzie maken met elkaar. Aan hem was beloofd dat het beter zou gaan als ze eenmaal niet meer bij elkaar waren, maar de werkelijkheid is weerbarstig. Obi moet naar zijn moeder en die reis onderneemt hij alleen. Dat vindt hij spannend en hij wil het ook liever niet, maar zijn vader wijst naar zijn moeder en zijn moeder wijst, inderdaad, naar zijn vader. Alsof dat allemaal nog niet ellendig genoeg is, is hij zijn rugzak kwijtgeraakt en moet hij nu een oud en lelijk vod van de kringloopwinkel om. Door onvoorziene omstandigheden kan Obi zijn treinkaartje niet betalen en besluit hij het eerste stuk van de reis te voet af te leggen. Hij voelt zich ellendig, maar dan klinkt er plotseling een stem uit zijn rugzak.
Een nieuw verhaal van Pieter Koolwijk en Linde Faas is altijd iets om naar uit te kijken, maar dit keer was het nog meer een feestje dan anders. Koolwijk lijkt nog vrijer met taal om te gaan en speelt er mee. In de tekst zit fijne beeldspraak en de humor is net als in zijn andere werk aanwezig, maar lijkt op een bepaalde manier verfijnder te zijn. Ook de illustraties van Linde Faas zijn prachtig. Met name de prenten aan het strand zijn zo licht en speels. Het is een ander kleurenpalet dan ik doorgaans van haar gewend ben en ik vind het schitterend.
Ook het verhaal is liefdevol. Obi worstelt constant met al zijn gevoelens en dat is voor heel veel kinderen, maar ook voor veel volwassenen, herkenbaar. Er is zoveel om bang voor te zijn in het leven, of zoals Koolwijk het zo treffend zegt aan het begin van het boek:
‘Er kan van alles misgaan. Beren die op de weg gaan liggen. Slapende honden die wakker worden. Apen die uit de mouwen komen.’
De stemmen uit zijn rugtas blijken te komen van vreemde wezentjes die wel heel sterk in verbinding staan met de gevoelens van Obi. Soms is het ongemakkelijk: al die emoties die je altijd met je meetorst en die een verbinding met anderen in de weg staan. Maar het voelen en het ondergaan van al die emoties, kan tegelijkertijd je kracht zijn, blijkt maar weer uit dit verhaal.
‘Een rugzak vol’ is een liefdevol verhaal over Obi die zichzelf leert kennen en zich bovenal leert accepteren. Hij begrijpt waar zijn kracht ligt en zijn groei is prachtig vormgegeven middels de reis die Obi doorloopt gedurende het boek: niet alleen zijn figuurlijke reis, maar ook de letterlijke reis om van zijn vader naar zijn moeder te komen.
Het boek is opgedragen aan alle kinderen die een rugzakje hebben. Die liefde voor kinderen met een rugzakje, voel je, net als bij eerder werk van Pieter Koolwijk, van de pagina’s afdruipen. Jij mag zijn wie je bent, met alles waar je mee worstelt. Geloof maar in jezelf en in je eigen kunnen: jij kan de wereld aan!

Schrijver: Pieter Koolwijk
Illustrator: Linde Faas
Uitgeverij: Lemniscaat
Lees ook: