Oever
Gisteren was het tijd om op te ruimen in huis en dat is soms een hele uitdaging. Vooral de kleine frummeltjes zijn lastig om een plek te geven. Daarom hebben we overal in huis rommelbakjes staan waar ik al die kleine frutsels in stop. Ik kan namelijk van al die dingetjes geen afscheid nemen. Steentjes die Rein buiten vond, omdat hij nu eenmaal allerlei schatten vindt en die graag aan me geeft. Zelfgemaakte poppenspulletjes van Lot waar ze altijd mee zit te spelen en te frutselen en tekeningetjes van Foske: vaak poppetjes of opgevuld met stof en omhuld door plakband zodat het kleine knuffeltjes worden. Zulke rommelbakjes geven enigszins de identiteit van mijn kinderen weer, dus ondanks dat ik die kleine troepjes heel vervelend vind, koester ik ze tegelijkertijd.
Bij Jip thuis hebben ze ook een rommelkom waarvan we de inhoud komen te weten: sleutels, een uitgedroogde balpen, een schelpje, een scherf van een mok en op het moment van schrijven een meikever die op zijn rug is gevallen en driftig probeert op zijn pootjes te gaan staan. In ogenschijnlijk onbelangrijke attributen zit een wereld aan herinneringen, aan belevenissen die de eigenaren van de rommelkom kennen en mensen daarbuiten niet. Eigenlijk vertelt zo’n rommelkom iets over jou als persoon. En Jip deelt de inhoud van hun rommelkom met ons, schijnbaar onbelangrijk, maar eigenlijk helemaal niet. Het is een van de vele intieme beelden die met ons wordt gedeeld in het boek ‘Oever’, het schrijfdebuut van Ludwig Volbeda.
In ‘Oever’ maken we kennis met Jip die een opdracht heeft gekregen van school om in de meivakantie aan te werken: maak een zelfportret. En al is Jip een begenadigd tekenaar, het lukt niet om dat zelfportret te maken. Iedere dag zorgt voor uitstel. En ondertussen is Jip bezig met andere zaken: de nieuwe jongen in de klas, een aankomend feestje en de eerder benoemde meikever. En dan is er ook nog ‘Oever’, de jongen die Jips leven veranderde. Daar valt ook veel over na te denken.
Volbeda maakt indruk met dit boek, en hoe. Mocht je al bekend zijn met zijn illustraties, dan weet je dat zijn kracht ligt in het verfijnde. Zo werkt dat ook met zijn schrijfwerk. Zodra ik begon met lezen, kwam ik terecht in een soort vacuüm. De zinnen, de hoofdstukken vullen zich met verstilde en gedetailleerde taal waarin je kunt verdwijnen. Vraag aan Ludwig Volbeda om een boek te schrijven over een gebeurtenis die op één enkele middag plaatsvindt, en ik denk dat het hem lukt. Dat gedetailleerde vindt plaats vanaf het begin:
‘Zelfs als mijn vader verstopt als een huisstofmijt onder het tapijt een van zijn onbegrijpelijke boeken zou liggen te lezen, zou ik weten dat hij thuis was. Misschien omdat hij ademt. Misschien vangen we die ademteugen als piepkleine geurbewegingen van de lucht op met onze wenkbrauwen. Misschien zijn onze wenkbrauwen onze voelsprieten, onze antennes.’
Door zo’n fragment sta je even stil en probeer je uit of je wenkbrauwen inderdaad die functie hebben. Ik ben er overigens nog niet helemaal achter of het op die manier werkt.
En dan komt het verrassende: binnen al die gedetailleerde taal, vindt er ondertussen een aardverschuiving plaats. Het hele boek door zijn we onderdeel van Jips gedachtewereld en al lijkt het soms alsof die wereld alleen inzoomt op details, toch vindt er van alles plaats en is de uitkomst van het verhaal heel anders dan hoe we het verhaal ingingen.
Tijdens het lezen blijf je je afvragen wie Oever nu precies is en eigenlijk weet ik het na lezing nog steeds niet helemaal zeker. Tegelijkertijd maakt het denk ik niet uit. Is Oever Jips beste vriend of staat Oever symbool voor iets anders?
Ik weet niet of grootse woorden goed aansluiten bij ‘Oever’, maar toch spreek ik ze uit. Wat een schitterend debuut van Ludwig Volbeda over de zoektocht van een jong persoon naar de ‘ik’. Het verhaal ontroert, neemt je mee en leert je Jip doen kennen op het diepste niveau: een onderdeel van een rommelkom waarvan je soms niet weet wat je er precies mee kunt, maar wat je koestert omdat het toch zo ontzettend speciaal is.
Schrijver en illustrator: Ludwig Volbeda
Uitgeverij: Querido