Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt
Deze bundel had ik al een aantal keer in de winkel zien liggen en iedere keer keek ik er wel naar, maar kocht ik hem toch niet. Toen vorig voorjaar Edward van de Vendel een lezing gaf aan de eerstejaars van onze pabo, noemde hij deze bundel en bleef hij toch weer in mijn hoofd zitten. De eerste keer na de lezing dat ik in een boekwinkel was, pakte ik de bundel op en sloeg hem open bij het gedicht ‘Wat je moet doen als je verliefd bent op een jongen’ en toen… was ik verkocht. Ik heb de bundel aangeschaft en thuis een prominente plek gegeven. Regelmatig pak ik hem even op en lees ik er een gedicht uit.
In de dichtbundel ‘Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt’ worden verschillende situaties geschetst. Iedere titel van ieder gedicht begint met ‘Wat je moet doen als’. Zo is er het gedicht ‘Wat je moet doen als je midden in de nacht moet plassen en het is koud en je voeten bevriezen’, maar ook ‘Wat je moet doen als je moeder huilt’, een gedicht dat als rode draad wordt gebruikt in de Albert Verwey-lezing van Bibi Dumon Tak.
Het sterke van deze bundel is dat luchtige en grappige gedichten afgewisseld worden met gedichten met een wat zwaarder thema. Mijn twee lievelingsgedichten in deze bundel zijn elkaars tegenovergestelde. Het gedicht ‘Wat je moet doen als je verliefd bent op een jongen’ zit vol humor en is lekker absurd. Het andere gedicht raakt een verdrietig onderwerp: ‘Wat je moet doen als je opa steeds meer vergeet’. Dit is een thema dat herkenbaar is voor sommige kinderen. De metaforen in dit gedicht zijn prachtig. Zo staat er bijvoorbeeld: ‘Opa heeft een gummend hondje in zijn hoofd’. De prachtige illustratie van Martijn van der Linden weet deze metafoor nog verder te versterken en tegelijkertijd te verduidelijken. Wederom een prachtig voorbeeld van hoe tekst en illustratie elkaar kunnen ondersteunen. Ik zou nog veel kunnen vertellen over alle gedichten in het boek, maar mijn advies is vooral om het te gaan lezen.
In de klas kun je de gedichten lezen met de kinderen. Vervolgens kunnen zij zelf een gedicht schrijven met als onderwerp ‘Wat je moet doen als…’.
Schrijver: Edward van de Vendel
Illustrator: Martijn van der Linden
Uitgever: Querido