151 boeken
Dat het belangrijk is om in de klas oog te hebben voor en aandacht te besteden aan spiegels en vensters komt al heel duidelijk naar voren in een reeds in de jaren ‘80 verschenen artikel van Emily Styles, genaamd ‘Curriculum as window and mirror’ (even Googelen en je kunt het lezen). Ondanks het belang daarvan, is het nog lang geen vanzelfsprekendheid, zo blijkt maar weer uit het interview met Pim Lammers dat deze week in Trouw verscheen. Hij vertelt over een collega-schrijver die in de klas ziet dat bij een schrijfopdracht in een veelkleurige groep de leerlingen hun verhalen alleen maar laten gaan over kinderen met oer-Hollandse namen.
Het betekent dat er nog onvoldoende spiegels zijn voor kinderen: te weinig boeken om zichzelf in te herkennen. Maar evengoed zijn er, als er niet genoeg spiegels zijn, ook te weinig vensters. Dat heeft bovenstaand voorbeeld als gevolg. Als je altijd een bepaalde wereld geschetst krijgt, pas je je aan aan die wereld, heb je een beperkt venster waardoor je naar buiten moet kijken. Dat geldt ook voor de kinderen die zichzelf juist altijd bevestigd zien in verhalen. Je zou zomaar kunnen denken dat de wereld die jij kent ook daadwerkelijk de enige is. Het is een gevaarlijke tendens, dat nauwe blikveld. Kinderboeken waarin alle kinderen zich kunnen herkennen zijn dus broodnodig.
Daarom is het zo goed dat het prentenboek ‘151 boeken’ van Pim Lammers en Hedy Tjin er nu is. Rosa is de hoofdpersoon in dit boek en zij heeft geteld: 151 boeken. Maar in geen van de boeken herkent zij zichzelf. Daar moet iets aan gedaan worden.
Dit prentenboek verspeelt niet te veel tijd aan tekst en dat is een kracht. Pim Lammers heeft slechts enkele zinnen nodig om te schetsen hoe de situatie is, hoe die aanvoelt voor Rosa en wat eraan gedaan kan worden. Juist de keuze om niet te veel woorden te besteden aan dit onderwerp, maakt het zo ontzettend sterk.
Hedy Tjin neemt ons mee in de beelden die Rosa ziet. We zien witte personages uit boeken die, zoals Pim Lammers zo mooi schetst nog witter zijn dan de tegels van de badkamer wanneer papa ze schoongeschrobd heeft. Witter nog dan het papier zelf. De daaropvolgende vastberadenheid van Rosa is prachtig in beeld gebracht. Ze twijfelt niet, maar begint te kleuren. Dat kost heel wat potloden en er moet heel wat afgeslepen worden. Zelfs zo veel dat er een hele pagina mee gevuld wordt. Maar uiteindelijk levert dat op wat Rosa wil: eindelijk gaan de boeken over haar.
Wat het boek nog extra krachtig maakt is dat niet alleen de illustraties van Hedy Tjin een plek krijgen, maar ook daadwerkelijk tekeningen van kinderen zelf. Mario in een rolstoel, Assepoester met een hoofddoek, Superman met een paarse jurk aan, het is er allemaal en het is een vanzelfsprekendheid.
‘151 boeken’ is een belangrijk boek dat zonder belerend te zijn, laat zien hoe belangrijk het is dat er voor iedereen voldoende spiegels en vensters zijn. Als er altijd alleen maar geschreven wordt over witte kinderen, over gezinnen met een vader en een moeder, over kinderen die gezond zijn, dan kloppen de vensters niet en daarmee ons beeld van de wereld zoals hij daadwerkelijk is. En net zo belangrijk: dan kunnen de groepen kinderen die zich hier niet in herkennen, zichzelf nooit zien in de spiegels die boeken zouden moeten zijn.
Schrijver: Pim Lammers
Illustrator: Hedy Tjin
Uitgeverij: Querido