De waarschijnlijkheid van alles
Al weer een tijdje geleden zag ik de film ‘Don’t look up’. Het is een bizar verhaal over wetenschappers die aankondigen dat de wereld zal vergaan, maar geen mens luistert naar hun boodschap: ze gaan door met leven. Als kijker voelt het bevreemdend. Je ziet dat de mensheid afstevent op het einde, maar men trekt zich er niks van aan. Het is dan ook onomkeerbaar: de aarde vergaat en op dat verschrikkelijke, maar tegelijkertijd intieme moment mag je als kijker meekijken met het einde van een van de wetenschappers die dat moment met zijn gezin doorbrengt. Aan tafel, wachtend tot het allemaal over is.
Nadenken over het einde van de wereld, over het gegeven dat al je geliefden er niet meer zullen zijn is een gedachte die ik maar het liefst zo ver mogelijk wegstop. Misschien ben ik dus niet eens zo heel erg veel anders dan al die mensen in de film die niet luisteren naar de wetenschappers. Ook ik zou het liefst mijn kop in het zand steken.
In het boek ‘De waarschijnlijkheid van alles’ krijgt Kemi Carter ook te maken met zo’n onmogelijke boodschap: de asteroïde AMPLUS-68 koerst richting aarde en er is een kans van 84,7% dat hij over vier dagen daar neerstort. Kemi’s familie komt bij elkaar en telt met elkaar de dagen af. Maar de wereld om Kemi heen lijkt gewoon door te draaien: kinderen gaan naar school en mensen gaan uit eten. En dat terwijl de wereld voor Kemi toch echt stilstaat.
Om een blijvende, tastbare herinnering achter te laten aan hun bestaan hier op aarde, besluit Kemi een tijdcapsule te maken waarin dierbare voorwerpen van haar familieleden bewaard blijven. Voor haar is het ontzettend belangrijk om dit binnen die vier dagen af te ronden en het wordt steeds meer een obsessie voor haar. Uiteindelijk moet ze haar verdriet toch onder ogen komen en afscheid nemen van datgene en diegene van wie ze zoveel houdt.
Al bij de eerste pagina wilde ik het boek eigenlijk weer dichtklappen, maar tegelijkertijd moest ik doorlezen. De gedachte dat de wereld vergaat en dat het gezin van Kemi dat niet overleeft, net als alle andere mensen op de wereld, is niet te verkroppen. Tijdens het lezen zit je dan ook de hele tijd te wachten op het nieuws dat de asteroïde toch is afgeweken, maar naarmate het verhaal vordert wordt steeds duidelijker dat dat eigenlijk geen optie is. 84,7% is 100% in dit verhaal.
En toch voel je dat er iets niet klopt: waarom doen de andere mensen alsof hun neus bloedt en gaan ze gewoon door met leven? Waarom is er zo veel onrust bij het huis waar Kemi en haar gezin oorspronkelijk woonden en waarom zondert Kemi’s moeder zich zo af van de rest van haar familie, terwijl dit hun laatste momenten samen zijn? Het verhaal is grillig, ik voelde dat er iets gaande was, maar ik kon er niet de vinger op leggen.
‘De waarschijnlijkheid van alles’ heeft me een paar tranen gekost, omdat het laat zien dat het leven zo verschrikkelijk oneerlijk, maar vooral willekeurig is. Het houdt geen rekening met andermans geluk of met hoeveel je een ander nog nodig hebt. Het doet maar en dat is hartverscheurend.
Dit boek vond ik werkelijk waar taaie kost, maar niet in negatieve zin. Tijdens het lezen was ik in de war en verdrietig en toch was het tegelijkertijd intens en prachtig. Over het einde van het boek kan ik niets vertellen, maar het is confronterend, hartverscheurend en tegelijkertijd zo belangrijk dat het gelezen wordt. Sarah Everett wil ons zeggen dat we niet onze kop in het zand moeten steken en niet weg moeten kijken: net als een asteroïde die onze aarde bedreigt, zijn er ook nu al heel veel bedreigingen die ons zeker aangaan.
Schrijver: Sarah Everett
Vertaler: Esther Ottens
Uitgeverij: Gottmer