Helemaal Ari en Loek
Toen ik vier jaar oud was, overleed mijn opa aan wie ik mijn allereerste herinnering heb gewijd. Ik weet nog dat hij ontzettend lief was en een heel grote, rode neus had. In mijn geheugen had hij ook altijd een pet op, maar dat zal vast niet zo geweest zijn. Hij hield van scharrelen bij ons over het erf en kijken bij de dieren die van hem waren. Ik geloof dat ik echt dol was op mijn opa. Van zijn overlijden weet ik niet zo veel meer, behalve dat ik rondom zijn kist dansjes deed. Ik voelde nog niet het verdriet dat me later zo goed bekend werd. Ik kijk na al die jaren nog altijd met warme gevoelens terug op mijn zachte en vriendelijke opa.
Ari en Loek hebben ook zo’n ontzettend lieve opa, opa Boot. Met hem gaan ze in een bootje op avontuur en eten ze onderweg ijsjes. Nadat ze bij opa en oma gelogeerd hebben, neemt het leven weer zijn gewone gang in hun samengezin. Wolf wordt groter, taaie tante Tineke wordt 100 jaar en Ari oefent stug door op het maken van de perfecte handstand. Maar dan belt oma met heel erg verdrietig nieuws. Opa Boot is plotseling overleden. Dat zorgt ervoor dat het leven stil komt te staan en dat Ari en Loek ieder op hun eigen manier moeten leren omgaan met het missen van hun opa.
Ik kan niet zeggen dat het thema van dit boek lichtzinnig is. Een groot deel van het boek draait om het overlijden van opa en dat is bij tijd en wijle behoorlijk confronterend. Ik las het voor aan mijn twee jongste kinderen en bij beide hebben de tranen rijkelijk gevloeid tijdens het voorlezen. En ook ik moest regelmatig flink slikken alvorens ik uit mijn woorden kon komen. Dat verdriet is wellicht confronterend en ga je als ouder liever uit de weg. Het verhaal van Ari en Loek en hun verdriet lijkt uit de tenen van Yvonne de Vries te komen: zo realistisch en zo indrukwekkend. Maar juist doordat het zo realistisch is weergegeven biedt het ruimte om het er met elkaar over te hebben en óók om samen met Ari en Loek het missen te doorvoelen. Van een diep dal ga je uiteindelijk naar een klein loslaten. Dat is ontzettend knap gedaan van De Vries.
Ook bij dit deel heb ik weer genoten van de taal. Dat begint al in het eerste hoofdstuk. Opa Boot is niet de biologische opa van Loek, maar hij vertelt hem dat hij helemaal van hem houdt. Daar krijgt Loek gelukswangen van. Een niet bestaand woord, maar iedereen weet direct wat dat zijn: gelukswangen. En zo staat het hele boek vol met rijke taal en prachtige neologismen, zoals helemaal-opa en muizenklein. Bij het lezen ervan verbaas je je dat die woorden eigenlijk niet gewoon al bestonden.
Alhoewel Ari en Loek nog steeds dezelfde zijn, heeft er toch een grote verandering plaatsgevonden. Ze hebben namelijk een nieuwe illustrator gekregen. Niet Jeska Verstegen, maar Harmen van Straaten heeft deze bundel voorzien van afbeeldingen. Dat is even helemaal anders, maar past eigenlijk net zo goed. Vanaf nu is hij hun helemaal-tekenaar en dat is helemaal goed.
Zoals ik al zei, moest ik regelmatig slikken bij het voorlezen van dit prachtige boek. Ari en Loek en hun samengezin worden in dit boek nog meer helemaal en ik heb mijn hart nog weer een beetje meer aan hen verpand. Aan Loek die in dit boek niet meer kan praten, omdat de frommels in zijn buik te groot zijn én aan Ari die juist blijft praten maar bij wie het verdriet zomaar opeens komt opzetten. En ook aan Jikke, de moeder van Ari, en Loek die elkaar steeds meer weten te vinden. Missen en rouwen is nooit makkelijk en dat weet De Vries haarfijn in beeld te brengen. Wat een schitterende bundel is ‘Helemaal Ari en Loek’.

Schrijver: Yvonne de Vries
Illustrator: Harmen van Straaten
Uitgeverij: Hoogland & Van Klaveren
Lees ook: