Het addergebroed van Slot Thetinga
Het tweede boek waar goed en kwaad tegenover elkaar staan, speelt zich af in het verre verleden. In 1686 om precies te zijn en van Zeeland verplaatsen we ons dit keer naar Friesland.
Tot mijn achtste jaar gingen we naar een kerk waar met grote regelmaat gepredikt werd over hel en verdoemenis. Als kind knoopte ik de preken van de dominees goed in mijn oren. Wat was ik bang geen plekje in de hemel te mogen reserveren. Maar tegelijkertijd was ik jong en maakte ik fouten: ik vloekte soms, hield mijn ogen open tijdens het bidden omdat ik zo nieuwsgierig was naar wie zijn ogen openhield of ik vouwde mijn handen niet.
’s Avonds in het donker werd ik bang dat ik hiermee mijn plaats daarboven verspild had. Om vergeving vragen was het enige wat ik nog kon doen, maar het kwaad was al geschied. Met die angsten heb ik nog lang geleefd en eerlijk gezegd moet ik bekennen dat ergens nog een klein beetje angst zit voor de afschrikwekkende taal die ik vroeger heb gehoord. Bij het uiten van een stevige vloek, komt er in mijn gedachten altijd nog een ‘oei, wat nu?’ bij mij naar boven.
Ik denk dat ik me daarom wel kon vereenzelvigen met hoofdpersoon Jean uit het boek ‘Het addergebroed van Slot Thetinga’. Hij maakt samen met zijn familie onderdeel uit van een sekte waar allerlei strenge regels gelden. Jean probeert een zo goed mogelijk mens te zijn om zo de zegen te mogen ontvangen, maar hij is nieuwsgierig en stelt constant vragen.
Dat kan natuurlijk niet en daarom wordt hij met grote regelmaat gestraft. Jean wíl die vragen niet stellen, maar hij kan niet anders. Er gebeuren ook zo veel dingen. Want waarom wil zijn beste vriend niet meer met hem praten? En waarom noemt iedereen Hieke een gedrocht, terwijl Jean daar heel anders over denkt? En waarom is zijn echte vader niet meer bij hen op Slot Thetinga?
Dit boek was weer eens een boek dat ik echt verslonden heb. Het kwam in de middag binnen, ik begon erin en de volgende ochtend was het, tot mijn grote spijt, al uit. Ik ben dol op historische verhalen en dit was een klasse apart. De worsteling die Jean het hele boek doormaakt is zo prachtig weergegeven, dat je niet anders kunt dan meeleven. Jeans twijfel begint klein en wordt naarmate het verhaal vordert steeds groter.
Die weg van twijfel en vervolgens keuzes moeten maken is geen makkelijke, integendeel. Alhoewel Jean zichzelf ziet als een zwak persoon dat makkelijk zondigt, ziet de lezer een persoon die steeds meer voor zichzelf en voor de mensen van wie hij houdt leert op te komen. Dat gaat niet zonder slag of stoot en juist die zware weg die Jean aflegt is zo aantrekkelijk voor de lezer.
Jean bidt wat af en door die gebeden, kon ik me goed inleven in zijn gedachtewereld. Ik herkende zijn twijfels, zijn vragen, zijn strijd en bovenal de knagende angst geen goed mens te zijn en daarvoor gestraft te worden in het hiernamaals.
Het boek is gebaseerd op waargebeurde verhalen. Deze sekte, die van de labadisten, heeft echt bestaan en sommige personen uit dit boek hebben ook in het echt geleefd. Tijdens het lezen merkte ik dat Margaretha van Andel zich echt goed heeft verdiept in de materie en dat heeft zich uitbetaald in een meeslepend verhaal waarin het beklemmende en overheersende gevoel van een sekte goed is weergegeven, evenals de twijfels en onzekerheden die sommige leden van deze geloofsgemeenschap ervoeren. Het kwaad in dit verhaal ligt er niet gelijk dik bovenop, maar wordt gaandeweg aan de lezer onthuld. Dat maakt dat je kunt begrijpen waarom mensen binnen deze sekte bepaalde keuzes maken die onbegrijpelijk lijken.
‘Het addergebroed van Slot Thetinga’ is beklemmend, ontroerend en bovenal wonderschoon geschreven.
Benieuwd naar de recensie van het eerste boek dat gaat over goed en kwaad, maar dat zich in de toekomst afspeelt? Hierbij: De macht van Algas
Schrijver: Margaretha van Andel
Uitgeverij: Lemniscaat
Lees ook:
Eén gedachte over “Het addergebroed van Slot Thetinga”