Morris
In de podcast Lawines Razen van Edward van de Vendel vertelde Rita Verschuur in de allereerste aflevering over het leven van An Rutgers van der Loef. Wat indruk op me maakte was dat de schrijfster richting het einde van haar leven een lappendeken samenstelde die symbool stond voor alle gebeurtenissen die plaatsvonden in haar leven. Het raakte me, omdat die metafoor van een lappendeken zo sterk is. Het leven dat je overkomt vormt je, laat een patroon achter. Je geschiedenis maakt deel uit van wie je bent: je kunt jezelf niet los zien van gebeurtenissen uit het verleden, hoe graag je dat soms ook zou willen.
Mijn lappendeken tot nu toe bestaat uit een heleboel verschillende verhalen waarin het overlijden van mijn zus en jaren later van mijn vader een groot onderdeel zijn van wie ik nu ben. Niet alleen het overlijden zelf, maar ook de periode daarna waarin ons gezin het moeilijk vond elkaar te vinden en eenzaamheid misschien wel mijn grootste vijand was. Die gebeurtenissen hebben me gevormd en maken me nog steeds kwetsbaar en angstig voor de toekomst, maar tegelijkertijd geeft het me een ijzeren discipline: ik zal altijd keihard werken om te bereiken wat ik wil bereiken.
Morris’ oma uit het boek ‘Morris’ van Bart Moeyaert werkt ook aan een lappendeken. ‘Het begint met één verhaal. (…) ‘Voor je het weet heb je een lappendeken.’ Morris woont tijdelijk bij zijn oma vanwege verdrietige gebeurtenissen thuis. Wat die gebeurtenissen zijn, wordt niet beschreven, maar de niet uitgesproken woorden tussen de zinnen in geven een vermoeden. Oma heeft een hondje, Houdini, en zoals zijn naam al suggereert is het beestje een meester in ontsnappen. Morris gaat er vervolgens altijd achteraan om Houdini weer te vangen. Daarvoor moet hij een hoge berg op. Als Houdini zich op een dag wederom weet te bevrijden, komt Morris in een grote sneeuwstorm terecht. Daar ontmoet hij een jongen die ook een eigen verhaal met zich meedraagt.
Over de taal van Bart Moeyaert is al veel gezegd en zal ook nog veel gezegd worden. Ook in dit boek zitten schitterende zinnen die ik meerdere keren achter elkaar moest lezen, omdat ze raken. Zinnen als: ‘Als je stiekem huilt, huil je nooit helemaal uit’ of ‘Als je zwijgt, verdwijn je half’ maken indruk. Maar ‘Morris’ is niet alleen zwaar en niet alleen verdriet. Er zit ook humor in het boek en liefde, heel veel liefde.
De oma van Morris weet wat verdriet is en weet hoe ze Morris moet helpen om het te dragen, om het lichter te maken. Geen medelijden, maar een liefkozende naam die hem brede schouders geeft en zwijgen als het nodig is. Ook Bart Moeyaert weet denk ik, net als oma, wat verdriet is en weet hoe taal of juist geen taal kan troosten. Hij voegt een verhaal toe aan een prachtige lappendeken met verhalen die je sterker maken dan je je wellicht eerder voelde.