Rozen voor de zwijnen
Vroeger werden spreekwoorden nog met de paplepel ingegoten, maar tegenwoordig waait de wind uit een andere hoek. Dat merkte ik toen ik nog werkte als leraar Nederlands in het voortgezet onderwijs. Als ik het dan met mijn leerlingen had over spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden, dan hadden zij vaak de klok wel horen luiden, maar wisten ze niet waar de klepel hing.
Wat ik dan graag met hen deed, was het schilderij van Pieter Bruegel, ‘De verkeerde wereld’ bekijken. Alhoewel ik ook niet de wijsheid in pacht had met betrekking tot alle spreekwoorden op dit schilderij, was het leuk om er met elkaar naar te kijken en te praten over de verschillende spreekwoorden en hun betekenissen. Zo hoopte ik op dit gebied mijn steentje bij te kunnen dragen en een vuur aan te wakkeren.
Ted van Lieshout doet ook een duit in het zakje en probeert spreekwoorden, en met name de spreekwoorden van Bruegel aan de vergetelheid te doen ontrukken. Dat heeft hij gedaan door het prachtige boek ‘Rozen voor de zwijnen’ te schrijven waarin hij de lezer onderdompelt in het eerdergenoemde schilderij en alle spreekwoorden die daarop staan afgebeeld (wel meer dan 100!). Ik kan je zeggen: daar moet hij een flinke kluif aan hebben gehad. En toch ben ik heel blij dat hij het gedaan heeft, want wat is dit een mooi boek.
Net als bij ‘Wat is kunst’ is Van Lieshout in dialoog met iemand. In mijn ogen: een kind, een nieuwsgierig kind dat graag het naadje van de kous wil weten. En Van Lieshout? Hij vertelt en neemt ons mee in de wereld van Bruegel en de spreekwoorden die hij al in 1559 optekende. Dat zijn er dus heel wat en een heel aantal wordt tegenwoordig niet meer gebruikt. Dat deze dus zijn achterhaald en de betekenis hiervan wordt benoemd is een cadeautje. Want ‘de ooievaar nakijken’ voor iemand die zijn tijd verdoet vind ik nog steeds een prachtige uitdrukking. Of wat te zeggen van Van Lieshouts mooiste spreekwoord dat niet meer gebruikt wordt: ‘de dag met manden uitdragen’, die toevalligerwijs hetzelfde betekent als ‘de ooievaar nakijken’.
Niet alleen de oude en vergeten spreekwoorden zijn om met volle teugen van te genieten. Ook de nieuwe spreekwoorden die aan het einde van het boek worden bedacht bij de afbeeldingen waar Van Lieshout geen spreekwoord bij heeft kunnen vinden zijn leuk om over te lezen. En die zoektocht is ook mooi. In de dialoog die plaatsvindt wordt uitgesproken dat er ook nog heel veel onderdelen van het schilderij niet te benoemen zijn. Het is leuk om er vervolgens zelf over na te denken (en nog leuker om dat in klassenverband te doen).
Waarom het boek specifiek ‘Rozen voor de zwijnen’ heet, weet ik niet. Ik kan er de vinger niet precies opleggen. Van Lieshout legt uit dat het spreekwoord oorspronkelijk ‘parels voor de zwijnen’ was, maar door een vertaalfout uit de bijbel werd het in eerste instantie rozen in plaats van parels. Later is dit weer terug veranderd. ‘Parels voor de zwijnen’ zelf betekent het maken van iets moois waar anderen geen oog voor hebben. Nou, dit boek is een daadwerkelijke parel en ik hoop maar dat er voldoende aandacht aan besteed wordt, dat het dus niet ‘voor de zwijnen’ is. Het is wel meer waard dan dat.
Het boek gaat niet alleen over spreekwoorden. Tevens leren we Bruegel een beetje beter kennen en maken we kennis met de tijd waarin hij leefde. Het leukste vind ik misschien nog wel de vergelijking van het schilderij van de oude Bruegel en zijn zoon, de jonge Brueghel (ja, met een h. In het boek wordt uitgelegd hoe dat kan). Zijn zoon heeft namelijk ‘De verkeerde wereld’ nageschilderd, maar niet alles is hetzelfde. Wat is het interessant om beide schilderijen naast elkaar te zien en de vergelijking met elkaar te maken.
Het schrijven van dit boek moet een monnikenwerk zijn geweest voor Van Lieshout, maar het resultaat is geweldig. Het is een naslagwerk geworden waarbij het fijn is om dagelijks of wekelijks een stukje tot je te nemen en je te verliezen in de wereld die Bruegel en Van Lieshout samen voor je tot leven brengen.
Schrijver: Ted van Lieshout
Uitgeverij: Leopold