De krieps 1 – Van onder tot boven
Wat moet het lastig zijn om te beginnen met een heel nieuwe serie op het moment dat de eerste serie die je geschreven hebt een onverdeeld succes is. Heel Nederland loopt weg met Mus & Kapitein Kwaadbaard van Kevin Hassing en al twee maal wist hij met zijn boeken de winst weg te kapen bij de Kinderjury. Wellicht volgt dit jaar de hattrick en wordt ook het vierde deel beloond met deze kinderboekenprijs. Om dat succes dan los te laten en jezelf opnieuw uit te moeten vinden, zal vast de nodige druk opgeleverd hebben. Kevin Hassing zegt zelf: ‘ik schrijf voor de kinderen en voor niemand anders’. Zijn nieuwste werk ‘De Krieps’ las ik voor aan mijn vijfjarige zoontje Rein en we kunnen wel zeggen dat Hassings missie om voor kinderen aansprekend te schrijven zeker geslaagd is.
Ik begon met het voorlezen van dit boek op zo’n luie zondagmiddag. Ik wist niet zeker of dit boek echt wat was voor Rein. De leeftijdsaanduiding lag wat hoger, maar ik dacht: ik zie het wel. Na ieder hoofdstuk vroeg ik aan Rein of ik moest doorlezen of stoppen. Meer dan een half boek lang werd ik gesommeerd vooral door te lezen, totdat ik zelf even een pauze nodig had om bij te komen van het voorlezen zelf, maar ook van de ietwat onsmakelijke gebeurtenissen die de hoofdkrieps Peer beleeft.
Het is namelijk zo dat Peer in een haarzakje op het hoofd van Jet woont, maar plotseling valt hij van haar hoofd af. Hij belandt op Jets voet en wil zo snel mogelijk weer terug naar zijn vaste verblijfplaats. Dat is niet makkelijk, want Peer is geen held en heeft geen idee hoe hij deze reis precies moet aanpakken. Gelukkig blijft hij niet lang alleen. Zijn zus Kip heeft zijn val gezien en is hem achterna gegaan. Kip lijkt niet bepaald op Peer en alhoewel Peer haar ontzettend lief vindt, vindt hij haar ook nogal irritant. Gelukkig komen ze na een tijdje klimkriep Tarrel tegen die niet te beroerd is hen een handje te helpen. Met elkaar maken ze een wonderlijke reis over en door het lichaam van Jet in de hoop weer thuis te komen.
Op die luie zondagmiddag die ik net beschreef, was Rein niet de enige die luisterde naar het verhaal. Het was echter wel zo dat sommige gezinsleden op sommige momenten de kamer verlieten omdat ze het gedetailleerde verslag van Peers reis niet helemaal goed konden verwerken. Rein had daar echter geen enkel probleem mee. Ik probeerde hem wat vragen te stellen over dit boek en alhoewel hij niet heel veel waardevolle informatie aan me gaf, was hij over één onderwerp zeer duidelijk. Ik vroeg hem namelijk welk deel van de reis hij het leukst vond. Daar hoefde Rein niet lang over na te denken: de neus van Jet. Ik zal nu een deel van het gesprek citeren:
A.: Wat vond je het leukste stukje?
R.: Dat ze in de neus waren.
A.: Waarom?
R.: Omdat het lekker vies was. De neuskrieps gebruikten snot om te bouwen.
A.: Bleven Peer en Kip in die neus of gingen ze er weer uit?
R.: Ze kwamen er uit door de vinger van Jet. Die ging in haar neus peuteren.
A.: Gatsie.
R.: Ja.
A.: Waarom is dat vieze zo leuk dan?
R.: Omdat ik het zelf ook leuk vind om in mijn neus te peuteren.
Tsja, wat moet ik daar nou van zeggen. Misschien dit: ‘pas op, voorlezer of lezer, je bent gewaarschuwd!’ Dit boek is bij tijd en wijle namelijk te vies voor woorden. Soms moest ik even diep inademen om verder te kunnen. Het leuke is dat op het moment dat het verhaal op zijn allerviest is, de viezigheid wordt onderbroken door een verrassende actie van de schrijver. En in die actie, maar ook in de grapjes die naarmate het verhaal vordert steeds meer in het boek naar voren komen, herken je de schrijfstijl van Kevin Hassing. Ik denk dat hij zijn eigen stijl steeds meer vond gedurende het verhaal voortduurt en die grapjes voelen een beetje als thuiskomen.
Soms miste ik de verdieping die ik wel vond bij Mus en Kapitein Kwaadbaard, maar ik kan me goed voorstellen dat dat lastiger te verwerken is in een tekst over dit onderwerp. Misschien komt die verdieping meer in het tweede deel dat ophanden is. Wat ik echter wel weet is dat Rein genoten heeft van het verhaal en na het uitlezen ervan vroeg of we direct verder konden met een tweede deel. Het was een kleine teleurstelling voor Rein toen ik hem meedeelde dat hij daar nog een poosje op moet wachten. Hassing geeft aan te schrijven voor de kinderen. In dit geval is hem dat zeker gelukt.
Schrijver: Kevin Hassing
Illustrator: Emanuel Wiemans
Uitgeverij: Luitingh-Sijthoff
Lees ook: