Een dag voor het verschijnen van het boek ‘Mondi’ van Milouska Meulens werd de schrijfster geïnterviewd in De Nieuws BV op NPO Radio 1. Hierin vertelde de schrijfster over haar jeugd op Curaçao en haar dagelijkse tochten door de mondi op weg naar school die soms eindeloos leken te duren. Veel begrippen die zij gebruikt tijdens het interview legt ze uit, omdat het Papiamentu een onbekende taal is voor veel mensen. Tóch is het een van de vijf officiële talen in het Koninkrijk der Nederlanden.

Ze vertelde nog veel meer tijdens dat interview en ik realiseerde me dat ik inderdaad veel te weinig weet over deze taal, maar ook over hoe het Nederlandse koninkrijk precies in elkaar zit en hoe dat zo is gekomen. Op de basisschool en de middelbare school is er nooit echt aandacht geweest voor dit onderwerp en ook tegenwoordig vraag ik me af hoeveel tijd er besteed wordt aan informatie over de totstandkoming van ons koninkrijk en alle mensen die er wonen, talen die er gesproken worden en gebruiken die er zijn.

Door het boek ‘Mondi’ te lezen, maak je een beetje kennis met Curaçao. We maken ook kennis met vier broers die elke dag door de mondi (de ongerepte natuur) naar school moeten lopen. In de mondi staat een verlaten huisje waarover een hoop verhalen rondgaan. De broers zijn bovenmatig geïnteresseerd in dat huisje en de sfeer die eromheen hangt. Als de ouders van Dee-Jay, Jay-Dean, Fenchi en Tonchi besluiten om naar Nederland te gaan verhuizen, gaan de jongens naar het huisje toe en brengen ze schade toe aan een soort nest dat in een boom vlakbij het huis zit. Dat hadden ze beter niet kunnen doen. De vraag is of de jongens, zelfs heel ver weg in Nederland, nog wel veilig zijn.

Op de achterkant van het boek staat dat het een griezelig eilandverhaal is en dat ís het ook. Milouska Meulens weet de sfeer zo levensecht over te brengen dat het verhaal enigszins onder je huid gaat zitten. Die spanning blijft het hele boek door goed in stand. Ik kan je zelfs vertellen dat ik twee nachten achter elkaar heb gedroomd over dit boek en over de bruado (een soort heks) die mogelijk in het huisje in de mondi woont.

Een ander aspect dat Meulens goed weet te omschrijven is de relatie die de broers met elkaar hebben. We lezen het boek vanuit het perspectief van DeeJay. Hij en Jay-Dean zijn tweelingbroers en vullen elkaar aan, maar toch voelt DeeJay soms wat jaloezie. Hij is net iets ouder en heeft het gevoel dat hij zich daarom ook als de oudste moet gedragen. Als zijn broer vervolgens iets wijs weet te zeggen waardoor Jay-Dean de oudste lijkt, vindt hij dat lastig. Ook zijn band met de jongste, Tonchi, is lastig. Tonchi is een kleine betweter en daar heeft DeeJay veel moeite mee. Op het moment echter dat het erop aankomt zijn ze verbonden met elkaar en worden alle ergernissen vergeten. Dat proces en die gevoelens die denk ik heel herkenbaar zijn als je broers en zussen hebt, worden heel helder omschreven.

Gedurende het verhaal wordt er veel Papiamentu gebruikt. Het zorgt ervoor dat je behoorlijk vaak naar achteren moet bladeren, waar de verklarende woordenlijst staat. Erg is dat niet, het is ontzettend leerzaam door alle extra informatie die Milouska Meulens geeft bij de woorden die verklaard worden. Ik las echter wel aan het begin van het hoofdstuk alle woorden eerst door, voordat ik verder ging met lezen, omdat de woordenlijst bijna verhalen op zich zijn.

‘Mondi’ is het tweede boek van Milouska Meulens. Waar ‘Elin’ een mooi debuut was, zie ik hier wel de groei die de schrijver heeft doorgemaakt. Er zit meer diepte in het verhaal en het verhaal voelt veel steviger. Misschien komt dat wel door de overtuiging waar dit boek mee geschreven is. Curaçao, de mondi, de verhalen en de mystiek zijn bekend terrein voor Meulens en dat voel je. Maar ook is ‘Mondi’ een boek waarmee zij verandering wil bewerkstelligen: meer kennis over Curaçao en zijn gebruiken, omdat we met elkaar een koninkrijk vormen en de tijd is aangebroken om eindelijk eens meer over elkaar te weten te komen.