Onmogelijke wezens
Zo rond 1270 verscheen er een in het Nederlands geschreven boek over al het moois dat de natuur ons te bieden heeft, waarin allerhande planten en dieren worden besproken. De encyclopedie is geschreven door Jacob van Maerlant en heet ‘Der naturen bloeme’. Zo beschrijft de encyclopedie ook de mus heel uitgebreid. Niet alleen wordt verteld hoe een mus precies leeft, maar ook hoe wij nog iets van dat musje kunnen leren.
Dat moralistische past wel in een bestiarium: een middeleeuws geschrift waarin we kennismaken met allerhande dieren, maar ook met fabeldieren. Jacob van Maerlant schreef namelijk niet alleen over de mus of de walvis of de egel, maar ook over de zeemeermin en de basilisk. Dat maakt het boek nog interessanter: niet alleen zien we vanuit een ander tijdsbeeld omschrijvingen van dieren die we nu nog steeds kennen, ook leren we een wereld kennen van fabeldieren die we nu vooral in fantasyverhalen tegenkomen.
Toen ik het boek ‘Onmogelijke wezens’ van Katherine Rundell was ik blij verrast ook zo’n bestiarium tegen te komen. In dit boek worden diverse fabeldieren geïntroduceerd. Sommige ervan kende ik al, zoals de draak, de eenhoorn en de griffioen. Van een ratatoska, een borometz en een kanko had ik echter nog nooit gehoord. Dat is geen probleem: de omschrijving van het dier is helder en verder in het boek zien we de beesten ook in hun natuurlijke omgeving acteren. Want wat gebeurt er ontzettend veel in het eerste deel in deze fantasy-reeks van Katherine Rundell.
Christopher woont net als wij in de gewone mensenwereld. Als hij op een dag bij zijn opa langsgaat, redt hij een wel heel bijzonder wezentje: een kleine griffioen. Dat is het startsein voor een groot avontuur. De griffioen neemt hem mee naar de Archipel, een geheime eilandengroep waar behoorlijk wat mythische wezens wonen. Op een van de eilanden woont Mal, de eigenaar van de griffioen. Zij wordt plotseling achtervolgd en moet op de vlucht slaan. Tijdens haar vlucht komt ze Christiaan tegen en samen vervolgen zij hun reis. Ze komen erachter dat de Archipel, en daarmee de rest van de wereld, in groot gevaar is. Zal het hen lukken de dreiging te stoppen?
Misschien heb ik het wel eens eerder gezegd, maar ik ben dol op fantasy: boeken, films, series, kom maar op! Ook van dit verhaal heb ik dus met volle teugen genoten. Natuurlijk was het verhaal soms een klein beetje voorspelbaar, maar dat maakt eigenlijk helemaal niet uit. De lezer die soms enigszins alwetend is, terwijl de hoofdpersoon nog worstelt met de eigen identiteit is wat mij betreft geen enkel probleem. En tegelijkertijd was dit verhaal vernieuwend: een hele Archipel is neergezet door Rundell waarin ieder eiland zo zijn eigen kenmerken heeft. De fabeldieren in de verhalen zijn ontzettend leuk, maar ik denk dat de ratatoska’s zomaar eens mijn nieuwe lievelingsfabeldieren zijn.
Ook verlies, pijn, angst en onzekerheid worden niet geschuwd in dit boek. Juist het verlies dat Mal moet ondergaan zorgt ervoor dat ze tot grootse dingen in staat is. En zo komen we uit bij de hoofdpersonen van het verhaal: Christopher en Mal. Beiden zijn innemend, vriendelijk en jong genoeg om aan de ene kant grootse avonturen aan te durven gaan en aan de andere kant om ook onzekerheden daarover te voelen. De toevoeging van de zeeman Nachtraaf is waardevol. Hij is robuust, grappig en heeft geen enkel gevoel voor fatsoen, maar voor Mal gaat hij door het vuur.
‘Onmogelijke wezens’ is fantasy, maar wel redelijk origineel en het smaakt naar meer. Ik kijk alvast uit naar het volgende deel en hoop dat we dan kennis gaan maken met nog meer fabeldieren en een goed aangevuld bestiarium.
Schrijver: Katherine Rundell
Illustrator: Tomislav Tomic
Uitgeverij: Luitingh-Sijthoff
Lees ook:
Eén gedachte over “Onmogelijke wezens”