Het hart van een giraf is ongelooflijk groot
Vanavond had Rein een parcours uitgezet in de woonkamer. Stap voor stap werden we meegenomen. Eerst moest de duikbril op, omdat hij in de oceaan moest zwemmen. Vervolgens moest hij kruipen over de grond vanwege de lasers. Ook moest hij stilletjes onder een touw doorkruipen om de reuzen niet wakker te maken. Daarna moest hij in papa’s grote laarzen springen, om zo niet verslagen te kunnen worden door lava.
Feitelijk stond er niets meer dan een duikbril, een stok, een bolletje wol en een paar schoenen. Maar door Reins beleving en door zijn enthousiasme zag ik tegelijkertijd met hem oceanen vol vissen, laserstralen door de kamer heen, reuzen die ontweken moesten worden en loeihete lava. Zo’n geweldige fantasiewereld is er een waar ik wel vaker in meegenomen wil worden.
Gelukkig las ik onlangs het boek ‘Het hart van een giraf is ongelooflijk groot’, waarin ik ook werd meegevoerd in een wereld van verbeelding. De hoofdpersoon van het verhaal is Vega, die al jaren samen met haar vader op Giraffeneiland woont. Ze hebben het goed samen. Op het eiland wonen ook haar opa Hektor en heel wat denkbeeldige dieren die alleen Vega kan zien. Op een dag verandert alles echter: Vega’s vader krijgt een ijskoningin als vriendin en om hem te redden gaat Vega samen met haar vriend Nelson op zoek naar haar moeder. Hun zoektocht brengt ze naar het vasteland waar ze terechtkomen bij een wel heel bijzonder circus.
De gedachtewereld van Vega is een heel bijzondere. Meerdere keren wist ik niet goed wat nu echt was en wat niet. Net als de vader van Vega had ik soms wat schuine wenkbrauwdaken als ik het probeerde te begrijpen. En die schuine daken waren op hun schuinst als Vega bij opa Hektor was. Zonder opa kon ik nog bedenken dat het fantasie was, maar als Vega bij hem in de buurt is weet je als lezer niet meer wat echt is en wat niet.
Ik maakte een fout tijdens het lezen: ik probeerde het te begrijpen en fantasie van werkelijkheid te onderscheiden. Dat was een valse start en juist niet wat dit verhaal nodig heeft. Het verhaal gaat om het overgeven aan die wonderlijke wereld waarin Vega zich begeeft en volledig met haar mee te gaan. Haar beste vriend Nelson kan dat volledig: hij omarmt Vega en opa Hektor en hun bijzondere denkbeelden en dat levert een prachtig avontuur op.
Het hele boek door lijkt de taal te dansen, te springen, bijna uit haar jasje te knappen. Dat komt door Vega die met zoveel enthousiasme en warmte de wereld tegemoet treedt. Als Vega op een gegeven moment een penvriendin krijgt, is ze daar zo verguld van dat de hele wereld danst:
‘De vlinders in haar buik smoezelden opgewonden over Janne en circussen en een spannende toekomst. Het voelde bijna alsof ze wilden wegvliegen, alsof ze Vega de lucht in konden tillen. De lage zon wierp lange stralen over de straat en zonnekatten dansten zwiepend met hun staart op de gazons. De asfaltbevers bouwden grinddammen midden op de stoep, waar Vega zigzaggend tussendoor liep. Ze moest lachen.’
De schrijver, en ook de vertaler die voortreffelijk werk heeft gedaan, is zich bewust van het dansen van die taal. Als het verhaal op een gegeven moment tot een apotheose komt, spreekt Vega woorden die opeens niet meer dansen:
‘Nu ze het hardop zei, klonk het anders dan ze zich had voorgesteld. De woorden rolden zomaar haar mond uit en vielen plat op de grond.’
Dat platte voel je ook, het stuiteren is even gestopt en zorgt voor een belangrijke verandering in het verhaal.
‘Het hart van een giraf is ongelooflijk groot’ is een boek dat uniek is, dat qua taal en gebeurtenissen indruk maakt en dat mijn hart een beetje groter maakt, misschien een klein beetje zoals een giraf, omdat Vega zoveel liefde en lichtheid met zich meedraagt.
Schrijver: Sofia Chanfreau
Illustrator: Amanda Chanfreau
Uitgeverij: Lannoo
Lees ook: