Op een paard, hiha – Een boek over panda’s (maar niet alleen)

Enige tijd geleden ben ik op mijn werk aan de slag gegaan met DENK. Dat is een methodiek voor begrijpend lezen. Ik kan niet de hele methodiek hier uitleggen, want daar heb ik niet voldoende tekens voor, maar een van de punten die belangrijk is, is dat kinderen gemotiveerd raken om te lezen, omdat leesmotivatie en leesvaardigheid hand in hand gaan. Leerlingen die beter lezen, zullen dus meer plezier ervaren in het leesproces, waardoor ze zich sneller ontwikkelen op het gebied van leesvaardigheid.

Binnen dat leesonderwijs is het dus onder meer belangrijk om het leesaanbod aan te laten sluiten op de persoonlijke interesses van de leerlingen. Heb je interesse in een bepaald onderwerp, dan zul je er makkelijker en met meer plezier over lezen. Geef mij bijvoorbeeld een tekst over auto’s en je bent me kwijt, maar laat je me lezen over grammatica en spellingsregels dan ben ik zeker weten betrokken en lees ik met veel meer plezier.

Ook voor kinderen die net leren lezen is het belangrijk dat ze gemotiveerd raken en blijven om te lezen. En dat is soms best lastig. Want niet ieder kind houdt bijvoorbeeld van verhalen. Sommige kinderen vinden het leuk informatieve boeken te lezen en van alles te weten te komen over specifieke onderwerpen. Daar speelt de nieuwe serie BAM van uitgeverij Volt goed op in. Er zijn onlangs zes informatieve boeken verschenen voor beginnende lezers. Ik las ‘Op een paard, hiha’ geschreven door Tiny Fisscher en ‘Een boek over panda’s (maar niet alleen)’ geschreven door Joukje Akveld.

Wat heb ik een boel geleerd. Zo wist ik niet dat een paard in het wild in Nederland of België een konik heet. Ik wist eerlijk gezegd niet eens dat hier wilde paarden leefden. Maar goed, ik weet ongeveer net zoveel van paarden als van auto’s. Daarnaast leerde ik dat de neus van een paard heel zacht is. Ik dacht dat ze altijd gewoon een beetje een snotneus hadden (het ziet er altijd zo nat uit). Wat ik dan wel weer weet, is dat je geen poten moet zeggen maar benen. Het fijne aan dit boek is dat Tiny Fisscher zo overzichtelijk allerlei verschillende onderwerpen bespreekt. Het zijn net hele kleine hoofdstukjes, wat prettig is voor de beginnende lezer: ben je moe van het lezen, dan hoef je niet zomaar midden in een stuk te stoppen.

En dat boek over die panda’s geeft ook al zoveel informatie. Bijvoorbeeld dat de tanden en de buik van de panda helemaal niet gemaakt zijn om bamboe te eten. Wat een pechvogel is dat beest ook. Ik vond ze altijd al een beetje zielig, nu heb ik nog meer medelijden met ze. Joukje Akveld heeft gekozen voor de gespreksvorm in dit boek. Ze gaat met een jongetje in gesprek en dat maakt het aantrekkelijk om te lezen. Daarnaast zit er superveel humor in dit informatieve boek. Zeker weten dat een kind dit boek leest met een grote glimlach en bij tijd en wijle een schaterlach.

De boekjes zien er aantrekkelijk uit door de frisse kleuren en de uitnodigende illustraties van de illustratoren Dorien Bellaar en Roozeboos. Bij het werk van Roozeboos kom je ogen tekort. In al haar afbeeldingen is overal van alles te zien. Haar paarden zijn levendig en vrolijk en de gebeurtenissen soms humoristisch. Dorien Bellaars werk is wat rustiger, maar wel heel gedetailleerd. Haar getekende panda’s zijn bijna nog schattiger dan wanneer je ze in het echt tegenkomt. Daarnaast is het leuk dat tekst en illustraties echt bij elkaar horen, ze ondersteunen elkaar.

En dat is dus ook het leuke van deze serie. Door de verschillende schrijvers en illustratoren hebben de boekjes allemaal hun eigen sfeer. Het is niet een opeenstapeling van informatieve weetjes, nee, er wordt werkelijk een eigen draai aan gegeven. Ook fijn is dat er geen specifiek leesniveau aan gekoppeld is. Ben je geïnteresseerd en wil je lezen? Lees het dan vooral, zonder dat er allerlei voorwaarden aan verbonden zijn. ‘BAM – ik lees’ is een waardevolle toevoeging aan de steeds mooiere verzameling aan lerenlezenboeken die de laatste tijd verschijnen. Ik heb nu al zin in de andere delen!

Schrijver: Tiny Fisscher & Joukje Akveld
Illustrator: Dorien Bellaar & Rozeboos
Uitgever: Volt