Vandaag komen we niet meer thuis
Al eerder schreef ik eens over de onverdraagzaamheid jegens mensen die hun land hebben moeten ontvluchten. Enige tijd geleden had ik bedacht er dan maar een boek over te gaan schrijven. Dat is een beetje mal natuurlijk, want ik ben helemaal geen schrijver. Maar toch wilde ik het proberen: geen fictief verhaal, maar een informatief boek over hoeveel mensen er nu daadwerkelijk vluchten en hoe de procedure verloopt op het moment dat ze in Nederland komen. Een aantal gesprekken had ik gevoerd, de inleiding was geschreven en de hoofdstukken waren grof ingedeeld.
Maar tijdens dat proces ging ik steeds meer twijfelen. Want wie koopt er nu een boek over dit onderwerp en wat brengt een boek met alleen informatie nu daadwerkelijk teweeg? Ook uit de gesprekken bleek dat niet iedereen op zo’n boek zit te wachten. Dus: nu even geen project ‘boek schrijven’, want zo volleerd en kundig ben ik nou ook weer niet. En toch blijf ik mijn hoofd er maar over breken: hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen tóch inzicht krijgen in de schrijnende en moeilijke situaties waarin vluchtelingen zich bevinden?
Een deel van dat antwoord kwam tot mij na het lezen van het boek ‘Vandaag komen we niet meer thuis’ van Enne Koens, waarin hoofdpersoon Mirza door zijn vader wordt meegenomen naar diens geboorteland. Een vlucht terug naar Mirza’s vaders land van herkomst, maar voor Mirza volledig onbekend. Hij is immers opgegroeid in Nederland en is enkel die taal en gebruiken machtig. Zijn vader neemt hem zomaar mee en Mirza komt op een plek die hij verafschuwt. Hij wil alleen maar terug naar huis. Na verloop van tijd ontdekt Mirza echter waarom zijn vader hem mee heeft terug genomen en hij realiseert zich dat een terugweg naar zijn oude leven helemaal niet meer vanzelfsprekend is.
Wat Enne Koens zo mooi doet met dit boek is inzichtelijk maken hoe het moet zijn om te vluchten naar een land dat je helemaal niet kent. Mirza heeft dan misschien een vader die niet uit Nederland afkomstig is, toch voelt Mirza zich op en top thuis in het land waar hij zijn hele leven lang gewoond heeft. Het zorgt ervoor dat lezers zich kunnen inleven in hoe Mirza zich voelt en hoe lastig het moet zijn om ergens terecht te komen waar je niets van de taal en de gebruiken kent.
Een prachtig voorbeeld daarvan is als Mirza op een gegeven moment bij zijn nieuwe meester moet komen. De gesprekken gaan moeizaam, maar Mirza begrijpt dat hij té direct is naar de andere kinderen. Hij kijkt ze te lang aan en heeft te weinig reserves. Dat is iets waar Mirza zich over verbaast, maar tegelijkertijd begrijpt hij nu waarom het zo stroef gaat om contact te maken met andere kinderen.
Het is ontroerend om te lezen over Mirza’s worstelingen die duidelijk in beeld worden gebracht middels de imaginaire gesprekken die hij voert met zijn beste vriend Lucas die thuis is achtergebleven. Door te doen alsof Mirza in een game speelt, houdt hij zich de eerste paar dagen staande: punten sparen voor activiteiten die ondernomen moeten worden.
Maar naarmate de tijd vordert, verdwijnt Lucas steeds meer naar de achtergrond: Mirza begint langzaamaan zijn plek te vinden. Dat wordt indrukwekkend in beeld gebracht door een scène waarin Mirza een strip leest in die voor hem onbekende taal, maar waarin hij plotseling begrijpt wat er staat: de dingen vallen op hun plek. Zijn trots is zo mooi gevangen in taal, dat je als lezer ook trots bent op die Mirza die maar doorzet, ondanks al het moeilijke waar hij tegenaan loopt.
‘Vandaag komen we niet meer thuis’ is een indringend verhaal over eenzaamheid, medemenselijkheid, vriendschap en doorzettingsvermogen. Het verhaal maakt juist door het omgekeerde vluchten inzichtelijk, hoe moeilijk het moet zijn om alles wat je dierbaar is achter te laten en om te beginnen op een plek die je volledig vreemd is. Zolang er verhalen als deze worden geschreven, zijn informatieve boeken over dit onderwerp wellicht niet nodig. Een verhaal als dit biedt meer dan voldoende vensters om ons in te kunnen leven in situaties die we nog niet kenden. Door een boek als dit komen die opeens voor ons tot leven.
Schrijver: Enne Koens
Illustrator: Maartje Kuiper
Uitgeverij: Luitingh-Sijthoff
Lees ook: