Zeven minuten na middernacht
Vertel ik aan mensen dat mijn vader en zus zijn overleden, dan krijg ik meestal ‘de blik’. Misschien niet bewust, maar je merkt dat mensen ervan schrikken, het heftig vinden. En dat is logisch, het is ook niet niks. In de afgelopen jaren heb ik geleerd de gebeurtenissen tussen neus en lippen door te vertellen, vaak gevolgd door de woorden: maar het gaat goed met me hoor, het is al lang geleden. Alles om die blik te voorkomen.
Ik heb er altijd een hekel aan gehad, het voelt als een bepaalde manier van aandacht vragen die ik niet wil. Ik vertel het omdat het onderdeel is van wie ik ben en niet om medelijden te krijgen. Ook tijdens hun ziek zijn vond ik het moeilijk als mensen die verder van me af stonden, vroegen hoe het met me ging. Hoe je je voelt is namelijk op die momenten niet zo goed uit te leggen. Je leeft tussen hoop en vrees, maar voelt je bovenal gruwelijk ellendig. Het was te intiem om daar met anderen over te praten.
Het boek ‘Zeven minuten na middernacht’ sloeg bij mij dan ook in als een bom. Conors moeder is ziek, eigenlijk al een hele poos, maar het gaat steeds slechter met haar. Conors oma komt bij hen wonen, maar met haar heeft hij eigenlijk niet zo’n goede band. Zijn vader woont in Amerika met zijn nieuwe gezin en heeft weinig aandacht voor Conor. Zijn nieuwe vrouw en kind eisen alle aandacht op. Conor is eenzaam en heeft last van een telkens terugkerende nachtmerrie. Hij is er bang voor. En dan komt er een monster in zijn leven. Iedere nacht om 00.07 uur komt de taxusboom tot leven om slechts om één ding te vragen. Het is echter hetgeen Conor hem niet kan geven, namelijk de waarheid.
‘Zeven minuten na middernacht’ is al eerder uitgegeven in 2011, maar ik kende het nog niet. En nu ben ik blij dat ik het heb leren kennen. Niet omdat het mooi is of indrukwekkend. Dat is het ook, maar tegelijkertijd is het rauw en maakt het van alles in je los. De verpletterende eenzaamheid van Conor die door iedereen ontzien wordt, raakte me. Met een moeder die zo ontzettend ziek is, voel je je al zo kapot van binnen dat je niet wilt dat mensen je ook zo gaan behandelen. Alles is zo anders, je wilt niet dat mensen je met fluwelen handschoenen aanpakken.
En dat gebeurt bij Conor. Maakt hij dingen kapot, dan vergoelijken mensen dat. Slaat hij iemand, dan zeggen mensen dat de consequentie later komt. Eigenlijk voelt Conor zich nog het meest op zijn gemak bij Harry. Harry is echter niet zijn vriend. Iedere keer als ze elkaar tegenkomen, wordt Conor door hem te grazen genomen. Maar Conor is daar stiekem tevreden over: hij wordt gezien en niet anders behandeld door Harry.
De verhalen van het monster leiden Conor naar dat ene moment waar hij zo tegenop ziet: het vertellen van zijn eigen verhaal. Het is een verhaal vol van schuld, verdriet en tegelijkertijd verlangen. Niet alleen Conor wordt meegenomen naar dat moment, onvermijdelijk, ook de lezer wordt steeds verder meegenomen in het verhaal, waarin alles op losse schroeven komt te staan en Conor steeds meer zijn grip verliest.
Er zijn maar weinig verhalen waarvan ik zo onder de indruk ben als dit verhaal. Het hele verhaal door, voelde ik dat grote verdriet, die gigantische eenzaamheid en de hoop en tegelijkertijd vermoeidheid die Conor voelt met betrekking tot de ziekte van zijn moeder. Ook de illustraties droegen daaraan bij. Tekeningen zonder enige kleur, vaak donker maar zo indrukwekkend. Het laat nog duidelijker zien hoe verschrikkelijk alleen Conor is.
Het einde is louterend, alhoewel de afloop op geen enkele manier te raden valt. Dat is de kracht van dit verhaal, of zoals het monster Conor duidelijk weet te maken: ‘Verhalen waren ongetemde, woeste wezens die alle kanten op gingen, die je nooit zou verwachten’. ‘Zeven minuten na middernacht’ is een verhaal dat je ook na het dichtslaan weet te vinden.
Schrijver: Patrick Ness / Siobhan Dowd
Illustrator: Jim Kay
Uitgeverij: Ploegsma
4 gedachten over “Zeven minuten na middernacht”